X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Bijtelling van tafel

Nivo 2022 - 49

De bijtelling voor privégebruik auto van de zaak blijft fiscaal immer de gemoederen bezig houden. Dat is natuurlijk ook niet zo vreemd, want de correcties door de fiscus gaan altijd over grote bedragen. Onlangs speelde hierover een zaak bij de Rechtbank Noord-Nederland die ik graag met u wil delen. De door de fiscus opgelegde naheffingen ging van tafel.

Rechtbank Noord-Nederland, 12 oktober 2022 (ECLI:NL:RBNNE:2022:4000)

Wat was het geval. De inspecteur legt, naar aanleiding van een belastingcontrole, naheffingen loonbelasting op in verband met de – in de ogen van de inspecteur - ten onrechte niet aangegeven bijtelling voor privégebruik auto door de dga.

De dga gebruikte die auto van de zaak om naar klanten te rijden, waar hij gevaarlijk afval inzamelde, zoals aluminium drukplaten. Dat afval werd vervoerd in een aanhanger. De man hield op papier een rittenregistratie bij over 2015, 2016 en 2017. Die bewaarde hij in een Samsonite-koffer die uitgerekend een week na het boekenonderzoek van de Belastingdienst is gestolen uit de auto. De diefstal is aangegeven bij de politie.

Voor de fiscus heeft de dga een reconstructie van de rittenregistratie opgemaakt.
De inspecteur gaat daar vervolgens niet mee akkoord. Voor de jaren 2015 t/m 2017 wordt een bijtelling van € 17.125 toegepast wegens privégebruik en naheffingsaanslagen opgelegd.

De rechter overweegt dat in de wet staat dat een belastingplichtige overtuigend moet aantonen dat een auto van de zaak op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé wordt gebruikt. ‘De belastingplichtige kan dat bewijzen door een rittenregistratie bij te houden, maar het mag volgens de wet ook op een andere manier.’
Per rit moet in elk geval de datum, begin- en eindstand van de kilometerteller, begin- en eindadres en het karakter van de rit duidelijk zijn. Is een afwijkende route gereden, dan moet die ook duidelijk zijn. ‘Als de rittenregistratie niet voldoet aan de voorwaarden, is dat niet meteen fataal. Het bewijs kan immers ook zonder een zodanige rittenregistratie worden geleverd.’

De rechter oordeelt vervolgens dat de berijder niet het precieze aantal gereden (privé)kilometers of de juistheid van elke afzonderlijke rit hoeft aan te tonen. ‘Het gaat erom dat eiser aantoont dat de grens van 500 privékilometers per kalenderjaar niet is overschreden. Anders gezegd: eiser hoeft niet tot achter de komma te bewijzen hoeveel kilometers hij privé heeft gereden, maar alleen dat het er niet meer dan 500 zijn geweest.’

De dga voert aan dat hij vanwege de zware aanhanger vaak zoveel mogelijk de grote wegen heeft gekozen. De Belastingdienst vindt dat de gereconstrueerde rittenregistratie teveel onnauwkeurigheden bevat en niet goed controleerbaar is.
De rechter vindt de reconstructie echter overtuigend. Daarin staan ook privéritten. De conclusie van de fiscus dat de registratie afwijkt van de routes die Google Maps en de ANWB Routeplanner opleveren, is te mager. Bovendien heeft de Belastingdienst zelf onder meer de routeplanner niet goed bekeken, waardoor ten onrechte afwijkingen zijn gesignaleerd. ‘De gestelde afwijking bestaat niet’, concludeert de rechter herhaaldelijk. ‘De rechtbank wordt trouwens niet warm of koud van een verschil van 1 kilometer, omdat zo’n verschil logisch is en nu eenmaal van tijd tot tijd voorkomt als er op hele kilometers wordt afgerond en geregistreerd.’

De rechter merkt verder op dat de inspecteur wel erg streng oordeelt, onder meer omdat de dga kilometers heeft afgerond en er daardoor een klein verschil ontstond. ‘Afgezien van het volstrekt marginale verschil (400 meter op een afstand van 122,4 kilometer = 0,32%) is er, zoals de Belastingdienst ook zelf al zegt, geen sprake geweest van structureel één kant op afronden (maar juist van salderen). Effectief heeft eiser zelfs te weinig in plaats van te veel zakelijke kilometers verantwoord.’

Rittenregistraties hoeven helemaal niet tot op honderd meter nauwkeurig te worden bijgehouden. ‘De lengte van de rit hoeft volgens de geldende voorwaarden zelfs überhaupt niet te worden genoteerd. Alleen de beginstand en de eindstand van de kilometerteller (het woord zegt het al) moeten worden opgeschreven.’

Conclusie

De rechter vindt dat de gereconstrueerde rittenregistratie wat opzet en inrichting betreft vrijwel helemaal voldoet aan de voorwaarden die de regelgeving aan een ‘echte’ rittenregistratie stelt. Verder reed de dga de meest gebruikelijke routes en naast de zakelijke ritten registreerde hij ook enkele privéritten. Daarnaast achtte de rechtbank van belang dat de dga in privé nog enkele andere auto’s en motoren had, zodat hij en zijn vrouw de mogelijkheid hadden om daarmee normale privé-ritten te maken. Kleine afwijkingen zijn bovendien niet raar.

Eindconclusie. De naheffingen gaan van tafel. Eind goed, al goed J.

Het bovenstaande betreft uiteraard een samenvatting van de gehele uitspraak.
Maar voor wie dit mogelijk speelt in een kwestie met de fiscus, verdient het aanbeveling om de gehele uitspraak te lezen. Zeer lezenswaardig.