X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Nabestaandenpensioen? Heb ik dat? (deel II)

NIVO 2019-50

Vorige keer heb ik geschreven dat het met de aanwezige kennis over het nabestaandenpensioen
slecht gesteld is. Zo bleek onlangs uit het onderzoek van Wijzer in geldzaken. Het blijft vreemd
deze desinteresse. Als je een partner of gezin hebt, dan wil je toch dat deze verzorgd
achterblijft/achterblijven na jouw overlijden?

Ik hoop dat mijn columns mijn lezers aanzet tot actie. Zoals gezegd, ga ik deze keer in op een
aantal valkuilen van het nabestaandenpensioen, ook wel partnerpensioen genoemd.
Ik ga niet in op de voorwaarden van een ANW-uitkering vanuit de overheid.

Nabestaanden-/partnerpensioen

Gelukkig kennen de meeste pensioenregelingen een nabestaandenpensioenregeling, ook wel partnerpensioen
genoemd. De hoogte hiervan verschilt per regeling, maar bedraagt meestal 70 procent van het
ouderdomspensioen. Dit lijkt misschien (redelijk) veel, maar is vaak maar iets meer dan de helft van het huidige
inkomen van diegene die overlijdt. Het gezin gaat er in de praktijk, zo blijkt, dus hoe dan ook in inkomen op
achteruit.

Valkuilen Nabestaanden-/partnerpensioen
 

  1. Getrouwd of samenwonen mét contract

Het start met de aanmelding van jouw partner voor het partnerpensioen. In de praktijk blijkt dat je getrouwd moet
zijn of samenwonen met een notarieel samenlevingscontract!.

Ontbreekt zo’n notarieel samenlevingscontract, dan is de kans groot dat jouw partner met lege handen achterblijft.
Samenwoners realiseren zich dit vaak niet. Het is dus vooral zaak voor samenwoners om goed uit te zoeken wat
de precieze voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor partnerpensioen!

Daarnaast geldt ook vaak een “wachttijd”. Bij veel pensioenregelingen moet je namelijk  minimaal een half jaar
samen onder één dak hebben gewoond, voordat er aanspraak kan worden gemaakt op een partnerpensioen.
Ook voor gehuwden geldt in sommige pensioenregelingen een wachttijd. Het partnerpensioen wordt dus niet altijd
automatisch uitgekeerd.
 

  1. Op risico- of opbouwbasis?

Check ook hoe het partnerpensioen wordt gefinancierd. Er zijn namelijk twee smaken: een partnerpensioen op
risicobasis en een partnerpensioen op opbouwbasis.

De eerste categorie is een verzekering. Het nadeel daarvan is dat de dekking ervan vervalt/kan vervallen als je de
pensioenregeling verlaat, bijvoorbeeld omdat je van baan verandert.
Mocht net in die fase een overlijden plaatsvinden, dan heeft je partner geen recht op het partnerpensioen dat je bij
je vorige werkgever hebt opgebouwd. Hij of zij krijgt alleen het partnerpensioen dat is opgebouwd bij je huidige
werkgever. En dat kan dus heel klein/laag zijn.

Als je werkloos raakt en een WW-uitkering ontvangt, gelden er nog speciale regels. Maar beland je in de bijstand,
dan vervalt alle dekking.

Bij een partnerpensioen op opbouwbasis behoud je wel het recht op je opgebouwde partnerpensioen, ook als je
wordt ontslagen of stopt met premie betalen. Het woord op “opbouwbasis” zegt het eigenlijk al min of meer. Er is
een pot geld voor opzij gezet om het partnerpensioen te kunnen betalen. Partnerpensioen dat gedekt is door
opbouw, is dus een stuk gunstiger. Maar komt (helaas) steeds minder voor. De meeste pensioenregelingen kennen
dekking van het partnerpensioen middels een risicoverzekering (op risicobasis). Deze vorm van dekking is namelijk
veel goedkoper.
 

  1. Gescheiden

Wees verder extra alert als je bent gescheiden en een nieuwe partner hebt. Je ex-partner heeft na jouw overlijden
recht op het nabestaandenpensioen dat is opgebouwd voor de scheiding: bijzonder nabestaandenpensioen
genoemd. Je nieuwe partner ontvangt alleen het deel dat na de scheiding is opgebouwd. Dit is dus niet het volledige
nabestaandenpensioen dat je tijdens je leven hebt opgebouwd.

Een nabestaandenpensioen op risicobasis keert alleen uit bij overlijden tijdens het huwelijk. Bij echtscheiding vervalt
de aanspraak op dit pensioen op risicobasis!

CONCLUSIE

Wil je voorkomen dat je partner/jouw gezin niet in de problemen komt na jouw overlijden, check dan in ieder geval
jouw pensioenregeling of laat je daarover adviseren. Mocht blijken dat een aantal van de hierboven genoemde
valkuilen spelen dan wel dat de hoogte van de uitkering te mager is, zorg dan voor extra (overlijdensrisico-)dekking.

Dat kan prima door een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Denk bijvoorbeeld aan een verzekering in
combinatie met een hypotheek, die na jouw overlijden een bedrag uitkeert waarmee de hypotheek (deels) kan
worden afgelost. Maar het kan ook een bedrag ineens zijn waarvan je zelf kunt bepalen hoe dat te besteden.
Deze premies zijn goed te betalen voor een ruime dekking. Ook fiscaal kan dit nog geoptimaliseerd worden.

Zorg dat de nabestaanden niet door laksheid onnodig met “de bekende gebakken peren” blijven zitten.

Volgende keer ga ik op wat andere valkuilen van het nabestaandenpensioen in.