X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Hoge Raad is het zat

Nivo 2022 - 3

In mijn column “STRAF-BOX TOCH DEELS OVERBOORD” van november 2021 gaf ik al een voorzet. En de Hoge Raad heeft op 24 december 2021 gesproken.
De Hoge Raad is het zat met de huidige Box 3.

 

Hoe werkt Box 3 vanaf 2017?

Sinds 1 januari 2017 is de structuur van Box 3 door de fiscale wetgever gewijzigd.
Zoals de meesten waarschijnlijk weten, wordt er belasting geheven in box 3 over een fictief rendement en niet over de werkelijke inkomsten.

Vanaf 2017 zijn er zelfs twee fictieve (ook wel forfaitaire genoemd) rendementen, maar met een zogenaamde “vermogensmix”.
De vermogensmix is een door de fiscale wetgever vastgestelde verdeling van het vermogen. De veronderstelling van de fiscale wetgever bij de vermogensmix is dat naarmate er meer vermogen is, er steeds meer belegd wordt in plaats van dat vermogen in spaargeld wordt aangehouden.
Vanaf 1 miljoen vermogen is het uitgangspunt dat zelfs al het vermogen daarboven wordt belegd.
Bij rendementsklasse I (spaardeel) hoort een forfaitair rendement van 0,03% en bij rendementsklasse II (beleggingsdeel) een rendement van 5,69% (percentages 2021).
De veronderstelling dat vermogende mensen ook meer beleggen klinkt leuk, maar dit blijkt in de praktijk vaak niet het geval te zijn. Veelal oudere vermogende burgers wensen niet te beleggen en hebben hun spaarcentjes gewoon op een bankrekening staan.
En zoals jullie weten, wordt daar al jaren geen/nauwelijks rente meer op ontvangen.
Vandaar ook dat de advocaat-generaal Niessen in een fiscale procedure hierover de volgende conclusie trok.

 

Conclusie Advocaat-Generaal Niessen d.d. 01.11.2021

Door de vermogensmix slaat de Belastingdienst belastingplichtigen niet aan op basis van de werkelijke verdeling van hun vermogen over spaargeld en andere beleggingen, maar over een fictieve verdeling.
Deze regeling houdt dus, volgens de A-G, geen rekening met de eigen keuze van de belastingplichtige voor de wijze waarop hij zijn vermogen belegt. Daardoor ontbreekt op dit punt een verband tussen de heffingsgrondslag en het inkomen van de individuele belastingplichtige.
Verder merkt de A-G op dat deze nieuwe box 3-regeling vanaf 2017 voorzienbaar en onvermijdelijk discriminerend is. De doelmatigheidsvoordelen die de staat geniet wegen bovendien niet op tegen de ernstige schendingen van verdragsrechten.

 

Beslissing van de Hoge Raad

De beslissing van de Hoge Raad komt er op neer dat de sinds 2017 geïntroduceerde vermogensmix in strijd is met het Europese recht. In de vermogensmix wordt er weliswaar een lager fictief rendement toegekend aan sparen dan aan beleggen, maar naarmate het vermogen toeneemt, wordt ervan uitgegaan dat er meer vermogen belegd wordt waarover vervolgens een nog hoger fictief rendement belast wordt.
Voor het box 3-inkomen moet volgens de laatste uitspraak van de Hoge Raad uitgegaan worden van het daadwerkelijk behaalde rendement in plaats van het, vooral bij sparen, veel hogere in de wet bepaalde ‘fictieve’ rendement.
Omdat dit een massaal bezwaarprocedure betrof, zal op de gemaakte bezwaren over 2017 en 2018 in één keer uitspraak worden gedaan.

 

Conclusie

De uitspraak van de Hoge Raad is helder. Er moet rechtsherstel volgen. De uitspraak geeft tegelijkertijd ook veel vragen.
De Belastingdienst heeft reeds aangegeven nog deze maand met een reactie te komen. Ook de politiek heeft niet stilgezeten. De Staatssecretaris van Financiën zal vele kamervragen moeten beantwoorden.
Het is in ieder geval raadzaam, als dit voor u speelt!, om bezwaar aan te tekenen tegen aanslagen inkomstenbelasting die nog niet onherroepelijk zijn (minder dan 6 weken terug zijn opgelegd) en tegen toekomstige aanslagen die u nog moet ontvangen.
Of de fiscale wetgever coulant zal zijn voor belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen aanslagen over deze eerdere jaren is de vraag. Vermoedelijk zal dat duidelijk worden in de reactie van de belastingdienst dan wel duidelijk worden bij de beantwoording van de gestelde kamervragen door de Staatssecretaris van Financiën.
De vraag die ook opkomt, is of de fiscale wetgever nu versneld het fiscale systeem van Box 3 gaat aanpassen. In het Regeerakkoord was het plan om dat pas vanaf het jaar 2025 te doen. Niet aanpassen zal de staat veel centjes gaan kosten.
Maar kan de mogelijk versnelde aanpassing van het box 3 systeem wel ingeregeld worden in de automatiseringssystemen van de belastingdienst? Want dat is ook al jaren een bottleneck.
We wachten vol spanning de reactie van de Belastingdienst en wetgever af.

Wordt vervolgd!