X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

WEL/NIET INBRENG VAN SCHENKINGEN? (deel I)

Santip 2019 - oktober

De “baby-boomers”, individuen geboren na de Tweede Oorlog in de periode 1945 – 1955, hebben
vaak veel vermogen. De kinderen van die generatie ontvangen, zo blijkt uit de praktijk, regelmatig
schenkingen van hun ouders. Mijn ervaring is dat ouders vaak proberen (bij benadering) evenveel
te schenken aan hun kinderen. Echter, het kan gebeuren dat het ene kind meer bevoordeeld wordt
ten opzichte van het andere kind. Bijvoorbeeld omdat de ouder het ene kind geholpen heeft met
de aanschaf van een eigen woning door een hoge schenking te doen.

Hoe werkt dit dan als de ouder wel beoogd heeft om de kinderen evenveel te willen schenken?

Die bevoordeling kan dan weer aan de orde komen bij het vaststellen van de omvang van het kindsdeel
erfenis. Maar dan is wel van belang dat u de betreffende “spelregels” hiervan kent. Er moet tevens een
onderscheidt worden gemaakt voor schenkingen onder het oude en nieuwe erfrecht.

Het oude erfrecht

Onder het oude erfrecht (voor 1 januari 2003) gold de regel dat datgene wat de kinderen bij leven kregen
geschonken, in mindering diende te worden gebracht op hun latere erfenis; de waarde van de schenking
en het erfdeel werden dan met elkaar verrekend. Het kind kon alleen van deze inbrengplicht worden
vrijgesteld als de ouders dat bij de schenking zelf of in een testament hadden bepaald.

Het idee achter deze regeling was dat een schenking die door de erflater tijdens zijn leven was gedaan in
principe gezien moet worden als een voorschot op de erfenis.

Door de inbrengplicht werd de gelijkheid van alle erfgenamen gewaarborgd; bij de (uiteindelijke) verdeling
van de nalatenschap ontving iedereen evenveel.

Het huidige erfrecht

Volgens het huidige erfrecht (na 1 januari 2003) is de situatie precies andersom. Schenkingen aan
kinderen die erfgenaam zijn hoeven niet te worden ingebracht in de nalatenschap van de ouder, tenzij de
ouder dit ten tijde van het verrichten van de schenking of in zijn testament heeft bepaald.

Indien het niet de bedoeling is dat de schenking ingebracht wordt in de nalatenschap, dan moet dat bij het
doen van de schenking bepaald worden.

Vastleggen

Het is verstandig een eventuele inbrengverplichting schriftelijk vast te leggen. Wanneer die verplichting
niet geregeld is bij het doen van de schenking, dan kan men dit achteraf bij testament bepalen.

Belangrijk om te weten is dat een bij de schenking opgelegde verplichting tot inbreng achteraf bij testament
ongedaan kan worden gemaakt.

Het is echter niet mogelijk om iemand die een schenking vrij van inbreng heeft gekregen achteraf bij
testament tot inbreng ervan te verplichten.

Conclusie

Het goed (administratief) registeren en bepalen wat u wilt met betrekking tot de schenking(en) is dus
belangrijk ter voorkoming van misverstanden te zijner tijd.