X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

PRINSJESDAG - BELASTINGPLAN 2020

Santip 2019-september

Prinsjesdag - Belastingplan 2020

Op Prinsjesdag 2019 heeft het kabinet-Rutte III de miljoenennota gepresenteerd en de belastingplanstukken aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieronder zetten wij de belangrijkste voorgestelde wijzigingen in het Belastingplan 2020 voor u op een rij.

Nieuwe tarieven inkomstenbelasting
Het wetsvoorstel 'Belastingplan 2020' bevat diverse maatregelen die de inkomstenbelasting verlagen
en (meer) werken nog lonender maken. Het gaat onder meer om de versnelde invoering van het
tweeschijvenstelsel. De invoering die aanvankelijk in 2021 zou plaatsvinden, wordt al in 2020 gerealiseerd,
met voor 2020 een basistarief van 37,35% en een toptarief van 49,5%. Ook worden de arbeidskorting
en de algemene heffingskorting extra verhoogd.
 

Box 1-tarief

    Belastbaar inkomen meer dan

      maar niet meer dan

      Tarief 2020

      Tarief 2021

Schijf laag tarief

     -

      € 68.507

       37,35%

      37,10%

Schijf hoog tarief

     € 68.507

      -

       49,50%

      49,50%

Bovenstaande percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie er andere premies
volksverzekeringen gelden, geldt er een andere tariefstructuur.

Hoge Vpb-tarief minder omlaag
De in de Wet bedrijfsleven 2019 voorgestelde verlaging van het hoge Vpb-tarief gaat niet door. Nu
wordt er voorgesteld om het hoge tarief van de Vpb in de structurele situatie ten opzichte van de
Wet bedrijfsleven 2019 met 1,2%-punt minder te verlagen. Hierdoor blijft het hoge tarief van de Vpb
in 2020 25% en zal het per 1 januari 2021 worden verlaagd naar 21,7%. De geplande verlaging van
het lage tarief van de Vpb gaat wel gewoon door.

Vpb tarief

       Winst. meer dan

                               maar niet meer dan

      Tarief 2019

      Tarief 2020

      Tarief 2021

Schijf laag tarief

       -

                               € 200.000

      19,0%

      16,5%

      15,0%

Schijf hoog tarief

       € 200.000

                               -

      25,0%

      25,0%

      21,7%

WKR: verhogen vrije ruimte
Werkgevers krijgen meer ruimte om vergoedingen aan werknemers te geven, zoals een kerstpakket
of fitnessabonnement, zonder dat zij hierover loonheffingen hoeven te betalen. Ter verruiming van de
vrije ruimte wordt er een tweeschijvenstelsel voorgesteld: over de fiscale loonsom tot en met € 400.000
gaat de vrije ruimte 1,7% van de loonsom bedragen. Over het restant van de loonsom blijft de vrije
ruimte 1,2%.

WKR: waardering producten uit eigen bedrijf
De werkgever moet de waarde van producten uit eigen bedrijf nu bepalen op het door de werkgever
aan derden in rekening te brengen bedrag. Om de bepaling van de waarde van het product uit het
eigen bedrijf in lijn te brengen met de gerichte vrijstelling van 20%, wordt er voorgesteld om de waarde
van het product uit eigen bedrijf steeds te stellen op de waarde in het economisch verkeer.

WKR: later aangifte en afdracht eindheffing
Als werkgevers in een bepaald kalenderjaar eindheffing verschuldigd zijn door het overschrijden van
de vrije ruimte (in de WKR), moeten zij dit momenteel uiterlijk in de aangifte over het eerste aangiftetijdvak
van het volgende kalenderjaar aangeven. Er wordt voorgesteld om deze termijn te verlengen naar het
tweede aangiftetijdvak.

Voortzetten overgangsrecht saldolijfrenten
Voor bepaalde saldolijfrenten en bepaalde pensioenen wordt het overgangsrecht inzake saldolijfrenten,
dat per 1 januari 2021 eindigt, voortgezet. De beëindiging van het overgangsrecht en de afrekenverplichting
wordt beperkt tot specifiek die oude saldolijfrenten waarmee belastingheffing langdurig kan worden uitgesteld.

Belastingrente vennootschapsbelasting
De aangifte vennootschapsbelasting is tijdig ingediend als deze is ingediend voor de eerste dag van de
zesde maand na afloop van het tijdvak waarop de aangifte ziet. Als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar,
gaat het dus om 1 juni. In zo’n geval kan er echter wel belastingrente worden berekend, namelijk als de
aangifte na de eerste dag van de vierde maand na afloop van het boekjaar (1 april) wordt ingediend.
Voorgesteld is nu om geen belastingrente in rekening te brengen als de aangifte op tijd is ingediend,
dus voor de eerste dag van de zesde maand na afloop van het tijdvak en indien de aanslag wordt opgelegd
overeenkomstig de ingediende aangifte. De maatregel vindt al toepassing voor belastingaanslagen over
tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2019.

Afschaffen betalingskorting in de vennootschapsbelasting
Het kabinet stelt naast grondslagverbredende maatregelen voor om met ingang van 2021 de betalingskorting
voor de vennootschapsbelasting af te schaffen. Vennootschappen die de aanslag vennootschapsbelasting
in één keer vooruitbetalen, krijgen vanaf dat moment geen korting meer.

Keuzeregeling elektronisch berichtenverkeer
Elke belastingplichtige krijgt de mogelijkheid om te kiezen tussen elektronische of papieren toezending
van berichten van de Belastingdienst. Die keuze kan op elk gewenst moment worden herzien en geldt
voor alle berichtgeving (dus niet per onderdeel) op het gebied van de belastingheffing, de belastinginning
en het toeslagendomein. Dit voorstel treedt pas in werking als de systemen gereed zijn. Let op! Ondernemers
hebben voor wat betreft de inkomstenbelasting, de omzetbelasting en de loonbelasting geen keuzerecht.
Deze berichtgeving blijft digitaal.

Spontane aangifte
Aan spontane aangiften bij aanslagbelastingen worden dezelfde wettelijke correctie- en sanctiebevoegdheden
verbonden als de wettelijke correctie- en sanctiebevoegdheden die reeds gelden bij aangiften die na een
vooraf verzonden of uitgereikte uitnodiging tot het doen van aangifte worden ingediend. De regeling
geldt voorlopig alleen voor aanslagbelastingen, zoals de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.
Voor de aangiftebelastingen, zoals de loonbelasting en de omzetbelasting worden de wettelijke aanpassingen
nog onderzocht.

Bronbelasting
Door het invoeren van een bronbelasting op rente en royalty’s in 2021, pakt het kabinet belastingontwijking
door geldstromen via Nederland naar belastingparadijzen verder aan. Deze bronbelasting is even hoog
als het tarief van de vennootschapsbelasting. Hiermee wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt
voor doorstroomactiviteiten naar landen met een laag belastingtarief. Ook het verschuiven van Nederlandse
winsten naar belastingparadijzen door middel van rente- of royaltybetalingen binnen concerns wordt tegengegaan.

Afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven
In het wetsvoorstel 'Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven' wordt er voorgesteld om de fiscale
aftrek voor scholingsuitgaven in 2021 af te schaffen. In plaats van deze aftrekpost komt een vervangende
regeling: de subsidieregeling STAP-budget (leer- en ontwikkelbudget voor de stimulans van de arbeidsmarktpositie)
voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.

Aanpassing van de liquidatie en stakingsverliesregeling
Bedrijven kunnen nu nog onbeperkt verliezen, die het gevolg zijn van de ontbinding van een dochteronderneming,
of het staken van een bedrijfsactiviteit in het buitenland aftrekken van de winst die zij in Nederland maken.
Het kabinet is van plan om vanaf 2021 deze zogenoemde liquidatie- en stakingsverliesregeling zo aan te
passen dat bedrijven minder vaak zo’n verlies kunnen aftrekken en dus meer belasting gaan betalen. Met de
aanpassing wordt beoogd het niet meer mogelijk te maken om een liquidatie- en stakingsverlies te nemen
op deelnemingen en vaste inrichtingen buiten de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte
en de planbaarheid van het liquidatie- en stakingsverlies te beperken.

Innovatiebox, iets minder voordelig
Als ondernemingen (BV, NV, etc.) winst maken met innovatieve activiteiten, hoeven zij over dit deel van
de winst minder vennootschapsbelasting te betalen. Voor deze innovatieve winsten geldt de zogenaamde
innovatiebox. Het kabinet is van plan om in 2021 het effectieve tarief van de innovatiebox te verhogen
van 7% naar 9%.

Verhoging OVB voor niet-woningen
Op dit moment is het algemene tarief in de overdrachtsbelasting voor onroerende zaken 6%. Per 1 januari
2021 wordt dit tarief 7%. Het tarief voor woningen blijft gehandhaafd op 2%. Niet-woningen zijn bijvoorbeeld
bedrijfsgebouwen, bedrijfsruimtes, grond die bestemd is voor woningbouw, hotels en pensions.

Bron: Tips & Advies Belastingen