X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Medeplegersboete

Nivo 2018-6

De verhoudingen in de maatschappij verharden spijtig genoeg. Dit is ook terug te zien in de fiscale wetgeving. Of dit altijd een juiste beweging (“actie geeft reactie”) is, vraag ik me als fiscalist wel eens af. En anderzijds is het absoluut terecht dat belastingplichtigen zich aan de wet houden en hun belastingaandeel netjes voldoen. Dat is de basis van ons stelsel.

In de NIVO van 1 november 2017 heb ik geschreven dat de Belastingdienst met de verkregen wettelijke mogelijkheden steeds verder gaat in het aanpakken van belastingontduiking. Dit betrof:

  • Invoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) en het steeds verder aanscherpen van de bepalingen en verplichtingen in deze wet;
  • Invoering per 1 januari 2012 van de verplichting om suppletie-aangiften in te dienen op het moment van ontdekking dat te weinig omzetbelasting is afgedragen (informatieplicht);
  • Het opleggen van allerhande boetes bij het niet voldoen aan voormelde wet en verplichtingen, niet alleen aan de belastingplichtige (bijvoorbeeld de B.V.) zelf, maar ook aan de directeur grootaandeelhouder van een B.V., alsmede aan de adviseur;
  • Het strafrechtelijk vervolgen van belastingplichtigen en hun adviseurs.

Uitspraak Rechtbank Noord-Holland d.d. 30 november 2017

Onlangs verscheen een interessante uitspraak van Rechtbank Noord-Holland van 30 november 2017 waarin de rechter een boete wegens medeplegen oplegde aan een medewerker van een administratiekantoor.

Tot zijn klanten behoorde een V.o.f. waarvoor de medewerker de aangiften omzetbelasting verzorgde. Uit de jaarstukken 2011 en 2012 kwam naar voren dat deze V.o.f. € 20.000 te weinig omzetbelasting had aangegeven en afgedragen. Voor dit bedrag waren geen suppletie-aangiften ingediend. De administrateur beweerde dat hij nihilaangiften omzetbelasting en geen suppletie-aangiften had ingediend omdat de v.o.f. financieel in zwaar weer verkeerde in die jaren en al hun liquiditeit nodig had om de onderneming overeind te houden.

Door nihilaangiften in te dienen werden hoge naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetes voorkomen. De rechter achtte hiermee bewezen dat de medewerker opzettelijk heeft meegewerkt aan het indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting en het niet indienen van suppletie-aangiften, en handhaafde de door de Belastingdienst aan de medewerker opgelegde vergrijpboete wegens medeplegen.

Op voormelde uitspraak valt technisch gezien nog wel een en ander af te dingen maar dat voert te ver voor nu. Het gaat om de boodschap!

Strafrechtelijke vervolging

Uit de suppletieplichtbepaling in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting, alsmede de informatieplichtbepalingen in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen blijkt niet dat strafrechtelijke vervolging mogelijk is als er opzettelijk geen suppletie-aangifte omzetbelasting wordt gedaan. Er is alleen een boetebepaling in opgenomen, maar geen strafbepaling.

Ook in de parlementaire behandeling is niet gesproken over de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging. Toch wordt dit de laatste tijd wel steeds vaker ingezet. De vraag is of dit terecht is.

WWFT

Overigens kan een adviseur wel op grond van de WWFT strafrechtelijk vervolgd worden als hij niet aan de bepalingen (o.a. meldplicht) van deze wet voldoet. Even een voorbeeld.

Stel de klant dient zelf zijn aangifte omzetbelasting in. De adviseur constateert bij het opstellen van de jaarrekening dat deze aangiften niet correct zijn ingediend. Laten we er even vanuit gaan dat dat niet met opzet is gedaan. Als goed adviseur betaamt, wordt een suppletie aangifte opgesteld en toegezonden aan de cliënt met het verzoek deze in te dienen. Vervolgens verneemt de adviseur van de cliënt dat hij/zij de suppletie aangifte bewust niet indient. Dan ontstaat alsnog opzet door de cliënt en daarvan moet de adviseur een WWFT-melding doen, wil de adviseur niet in aanraking komen met het strafrecht.

Conclusie

Uit de afgelopen jaren wordt wel duidelijk dat zowel de Belastingdienst als de rechters steeds actiever worden in het bestrijden en bestraffen van belastingontduiking en dat de gevolgen ook steeds ingrijpender worden. (Veel) hogere boetes, meer boetes, boetes voor de cliënt en zelfs zijn adviseur als “medepleger”, tot zelfs strafrechtelijke vervolging.

Een mooi voorbeeld van “leuker kunnen we het niet maken”

Voorkom dit soort zaken en voldoe op tijd en op de juiste manier aan de fiscale verplichtingen!